De randvoorwaarden voor een goede gymles
Vanuit ´S-PORT en scholengemeenschappen Ato en Signum is er input verzameld voor de randvoorwaarden die bijdragen aan meer kwaliteit binnen het bewegingsonderwijs. De voorwaarden creëren de juiste situatie voor de docent en voor de leerlingen om een kwalitatief goede les te geven en te ontvangen. Ze dragen dus bij aan de kwaliteit die we met een kwaliteitskaart binnen het onderwijs willen borgen. Let op:
de voorwaarden zijn een algemene richtlijn. Iedere school heeft namelijk een unieke situatie waarbij in goed overleg tussen vakleerkracht en directie concrete voorwaarden moeten worden besproken.
Vier belangrijke thema’s
Er zijn vier thema’s die aandacht verdienen binnen scholen. Nog te vaak ontstaan juist binnen deze aandachtsgebieden problemen voor de vakleerkracht die niet goed zijn voor de kwaliteit van de lessen. Met deze informatie willen we een richtlijn bieden en zorgen dat de afspraken met de lessen altijd in overleg met de vakleerkracht tot stand komen.
1. Algemeen (punt 7 kwaliteitskaart)
- De vakleerkracht krijgt de ruimte om te professionaliseren en zal vier keer per jaar een studiedag kunnen/mogen volgen die aansluit op zijn vakgebied. Dit kan lokaal en/ of landelijk zijn.
- De vakleerkracht moet nadenken over eigen professioneel handelen en feedback krijgen. Dit kan via intervisie en/of via een ontwikkelingstraject dat bijdraagt aan professionaliseren.
Concrete acties/ afspraken:
Er is in het begin van het schooljaar (of eind schooljaar met oog op volgend jaar) een gesprek tussen de vakleerkracht en de directie waarin de lijnen en verwachtingen worden uitgewerkt voor het schooljaar (waar nodig sluit het expertisepunt aan bij dit gesprek.)
Als leidraad voor het gesprek zijn er 3 documenten:
- De kwaliteitskaart bewegingsonderwijs (pagina Kwaliteitskaart bewegingsonderwijs)
- De vragenlijst opgesteld vanuit ´S-PORT met betrekking tot mogelijke beweegonderwerpen op het kindcentrum
- De ‘jaarcyclus vakleerkracht’
2. Rooster en pauzes (punt 3 kwaliteitskaart)
- Opstellen van het rooster gebeurt op initiatief van de vakdocent in overleg met school. Hierbij dient rekening gehouden te worden met niveau van een startende leerkracht of ervaren leerkracht. Weten groepsleerkracht en directie genoeg van bewegingsonderwijs om de kwaliteit te kunnen borgen?
- Volgorde van groepen. Er wordt in overleg met de vakleerkracht rekening gehouden met een logische opbouw voor groep 1 tot en met 8.
- Maximaal 4 lessen achter elkaar.
- In de Arbeidstijdenwet voor het basisonderwijs staat dat je recht hebt op een half uur pauze bij werkdagen van langer dan 5,5 uur. Deze pauze mag eventueel worden opgesplitst in twee keer een kwartier. In je pauze hoef je geen toezicht te houden op leerlingen.
- Hoeveelheid lessen. Afhankelijk van de leerkracht, duur van de lessen en pauzes moet er rekening gehouden worden met de werkdruk. Dagen van 6 lessen van 45 min zijn op sommige scholen al heel pittig, terwijl het op andere scholen met 7 lessen goed vol te houden is.
- Situationeel, dit kan terugkomen in en gekoppeld worden aan de gesprekscycli.
- Hierbij ook rekening houdend met opslagfactor.
- Een beginnend leerkracht krijgt immers meer uren per gegeven les (eerste 3 jaar).
3. Veiligheid (punt 4, 5 & 6 kwaliteitskaart)
- Kinderen worden door de groepsdocent van de klas begeleid tot in de kleedkamer, totdat ze de zaal in kunnen om de les te starten. De vakleerkracht kan namelijk niet verantwoordelijk worden gehouden voor wat er in de kleedkamer gebeurt. De docent staat namelijk zelf les te geven. Mocht dit een bron van onrust zijn, dan moet de school dit oplossen (groepsleerkracht, ondersteuner o.i.d.).
- De grootte van de groepen kan tot onveilige situaties leiden. Bespreek met elkaar wat nog toelaatbaar is zonder dat de veiligheid in het geding komt. Bij te grote groepen ontstaat er sneller onrust en gebeurt er meer qua gedrag, met als gevolg dat je niet op tijd kunt anticiperen. Dit geldt voor een klas. Twee klassen tegelijk mag wettelijk gezien niet als je alleen op de groep staat.
- Een invalleerkracht dient altijd op de hoogte te zijn van de afspraken rondom de gymles.
4. Materialen (punt 1 & 2 kwaliteitskaart)
- Het gebruik van materialen kan alleen als de materialen goedgekeurd zijn voor gebruik. Dit gebeurt jaarlijks door een deskundige partij.
- Er moet voldoende materiaal aanwezig zijn om een gevarieerd aanbod met kwaliteit te kunnen aanbieden.
- De bergingen bepalen mede wat er wel en niet aangeschaft kan worden.
- Materialen dienen niet in de weg te liggen in de zaal. Dit in verband met struikel- en valgevaar.
- Er is een algemene inventarislijst. Het expertisepunt staat in contact met de gemeente, beheer van de accommodatie en kan hierin ondersteunen.