Zaalsportaccommodaties

Het startpunt bij de planning van zaalsportaccommodaties is de onderwijsbehoefte of ook wel het bewegingsonderwijs. Daarnaast benutten we de gemeentelijke zaalsportruimten zoveel mogelijk voor verenigings- of anders georganiseerd sport- en beweegaanbod. We blijven zoeken naar de beste combinatie, zodat zowel het onderwijs als de sport over voldoende passende zaalsportaccommodaties beschikken.

Waar liggen de kansen?

Daar waar kansen liggen, zoeken we bij de grotere zaalsportaccommodaties (sportzalen en -hallen) naar aansluiting bij andere functies (zwemmen, buitensport, cultureel of sociaal-maatschappelijk etc.). Zo maken we functiemenging en dubbelgebruik van ruimtes mogelijk . Er ontstaat synergie en gemeenschappelijk gebruik van de omliggende infrastructuur, onder andere parkeren. Zo beperken we het ruimtebeslag, benutten we onze maatschappelijke voorzieningen optimaal en vergroten we de kans op een goede bezetting. Het liefst clusteren we de activiteiten van een vereniging op één locatie waardoor zij de mogelijkheid krijgen om een 'thuishonk' te creëren. De beleidsuitwerking hiervan is in 2019 door de gemeenteraad vastgelegd in de zaalsportnota 'Sportief binnen samen verder'.

Met verenigingen in overleg over een nieuw 'thuis'

De grotere gemeentelijke zaalsportaccommodaties hebben een kantine ruimte (foyer). Het model waarbij een particulier op basis van een pachtcontract voor eigen rekening en risico deze kantine uitbaat, heeft zijn beste tijd gehad. Door een gebrek aan economisch perspectief zien uitbaters geen heil meer in het aanbieden van deze dienst. Dit vraagt om een andere invulling. We zijn daarom met verenigingen in overleg hoe die ruimte op te vullen en hen de kans te geven het 'thuishonk' gevoel verder vorm te geven door als vereniging een rol te spelen in het uitbaten van de kantine functie.

'Zo benutten we de zaalaccommodaties op de best mogelijke manier.'